Ronald Plasterk stelt voor het aantal vakantieweken in het onderwijs terug te brengen tot wat elders in het bedrijfsleven gebruikelijk is. Het heeft heel wat hoongelach opgeleverd. Wat weet die man van het dagelijkse stressvolle bestaan voor de klas en alles wat er daarnaast aan uren wordt overgewerkt?
De verhalen van verontwaardigde leerkrachten naar aanleiding van het voorstel liegen er niet om: teveel werk in te weinig tijd moeten doen, teveel tegelijk moeten doen, piekweken maken, weinig waardering krijgen; het zijn allemaal verhalen van mensen die tegen een burnout aanzitten en pas in de lange zomervakantie op adem kunnen komen.
Maar wat is ertegen om de hoge werkdruk (daar is iedereen het over eens) te verminderen door het werk over meer weken te verspreiden?
Over werkstress doet men vaak wat lacherig. Toen artsen en psychologen jaren geleden het verschijnsel burnout onder de aandacht brachten, reageerde men ook zeer sceptisch. Stress, wat was dat? Een beetje spanning op het werk hoorde erbij. Maar burnout bleek echt te bestaan, en de eerste beroepen waar dat geconstateerd werd, waren het onderwijs en de verpleging.
Een dreigende burnout wordt nu op individueel niveau met succes aangepakt. De behandeling bestaat uit een stapje terugdoen en te proberen de balans tussen werk en vrije tijd te herstellen. Minder perfectionistisch zijn. Kijken naar wat je in je werk investeert en wat je ervoor terugkrijgt (aan waardering bijvoorbeeld).
Maar als een hele beroepsgroep aan burnout dreigt te gaan lijden, dan wordt het tijd voor drastische actie. En een beter werkrooster lijkt mij een goed begin.